Selecteer een pagina

Ik zit relaxed naar de tv te kijken als ik ineens een heel klein beestje over mijn salontafel zie wandelen. Midden op de tafel.
Waar komt die nou ineens vandaan?
Ik druk het dood en was wel meteen mijn handen want ik griezel van zo’n dierenlijkje aan mijn handen. Verder besteed ik er geen aandacht aan.
Even later zie ik er één op mijn kastje wandelen en later nog twee op mijn aanrecht.
Ik heb geen idee wat voor beestje het is en ga op onderzoek uit op Google.
Niets over te vinden.
De hele zomer zie ik geregeld van die beestjes rondwandelen her en der.
Het werd kouder en geen beestje meer te zien, hè gelukkig, ik  ben er vanaf.
Maar begin mei werd het warmer en daar zijn ze weer. Blijkbaar hebben ze hier overwinterd.
Ik zie mezelf toch best als een proper vrouwtje, hoe kom ik dan aan beestjes in huis?
Het wordt me nu toch te gortig, ik kan nergens informatie over de beestjes vinden.
Dan ontdek ik ontdek twee nog levende beestjes in het water van een vaas met bloemen.
Meteen een foto gemaakt met mijn telefoon en negen keer vergroot, jakkes wat een griezels.
De foto stuur ik naar de ongediertebestijdingsdienst en die brengt uitkomst: het zijn voorraadaantastertjes zegt de man aan de telefoon.
Nog nooit van gehoord, wat een naam.
“Het is een kevertje” zegt hij.
U moet echt alle voorraad die u heeft, weggooien want daar zitten ze in.
Ik haal mijn hele voorraadkast leeg.
Zonde van de rijst en andere spullen die ik weg moet doen, maar het idee dat ik daar van gegeten heb terwijl die beestje erin zaten, vind ik echt smerig.
De kast ook grondig schoongemaakt en er  komen veel beestjes uit.
Ik bel de gemeente en woningbouw en  vertel mijn beesten verhaal.
 “Nee wij komen alleen voor ratten en kakkerlakken” krijg ik te horen “dit moet u zelf oplossen”.
Ik bel een andere bestrijdingsdienst want ik moet er € 250 voor betalen als ze komen om het ongedierte te verdelgen.
De bestrijdings dienst uit Alphen rekent er € 175 voor. Een hoop geld, maar ik wil toch van die beesten af.
Om 13.00 uur staat er een jonge knul voor de deur met bestrijdings middelen.
Hij zegt dat het geen kevertje is maar tot de motten familie behoort.
Waarschijnlijk heb ik die beestjes in de supermarkt gekocht en zaten ze al in de macaroni of rijst.
Nou whatever, als ik er maar af ben.
Ik moet drie uur de deur uit omdat het spul waarmee ze spuiten niet ingeademd mag worden.
Ik wil die knul eigenlijk niet alleen in mijn huis achterlaten, maar ik moet er toch uit.
In mijn hoofd zie ik hem overal camera’s ophangen en overal in neuzen.
Bah ik lijk wel niet wijs. Maar het voelt echt niet prettig zo’n knul alleen in m mijn huis.
Ik dwaal wat door het dorp en ga dan naar het huis van mijn dochter, waar ik een nachtje blijf slapen.
Als ik de volgende morgen terugkom vind ik overal lijkjes en ga ik aan de slag.
Nog steeds kijk ik overal rond of ik beestjes zie, maar ik heb ze niet meer gezien.
Nu nog plastic bakjes kopen om mijn voorraad in te doen, zodat ik geen opvretertjes meer in huis krijg.