Selecteer een pagina

Op 30 december 2021 is mijn kleinzoon Levy  geboren, een prachtig mannetje waar ik meteen helemaal verliefd op ben.
Op één januari mogen moeder en zoon naar huis, dat is feest natuurlijk.
De volgende dag lijkt Levy wat geel te worden. De verloskundige komt Levy een hielprik geven en neemt tevens wat bloed af om te kijken of hij misschien geelzucht heeft.
De verloskundige vraagt mij om het buisje bloed naar het laboratorium te brengen van het Alrijne ziekenhuis in Leiderdorp.
Tevens moet ik medicijnen voor mijn dochter meenemen.
Het Alrijne ziekenhuis wordt verbouwd en de ingang is verplaatst.
Eenmaal binnen zie ik een grote hal met verschillende balies die niet bemand zijn, oh ja het is zondag. Ik zou opgewacht worden door iemand van het lab, maar zie niemand, de hal is leeg, geen mens te bekennen.
Ik stap op de apotheek af, waar twee dames zitten. Aan één van de twee vraag ik waar ik het laboratorium kan vinden. Vertel ook dat ik opgewacht zou worden.
Ze kijkt me met een geïrriteerde blik aan en zegt:
“Wij zijn een apotheek, geen informatie balie”. Ik ben perplex.
Dan zeg ik:
“Nu ik hier toch ben wil ik graag deze medicijnen meenemen”. Weer die boze blik.
“U moet eerst een nummertje trekken ”zegt ze. Mijn mond valt open.
“Ik ben hier helemaal alleen, er is hier geen mens ”zeg ik, “waarom moet ik een nummertje trekken”?
“Omdat ik u zonder nummertje niet kan helpen en ik ben bezig” zegt ze.
Ik merk dat ik haar verbijsterd aanstaar. Maar ze gaat onverstoorbaar verder op haar computer en negeert mij verder.
Ik druip af en ga zelf op zoek naar het laboratorium. Die vind ik op de tweede etage.
Laboratorium gesloten. Ik ben inmiddels zo boos, dat ik een flinke schop tegen de deur geef.
“Ik ben er al” hoor ik een stem achter me. Een laborante komt aangelopen en ik geef haar het buisje bloed.
“Sorry maar het lab is zondags gesloten” zegt ze “daarom is de deur op slot”.
Ik begrijp het, maar moest even mijn boosheid kwijt.
Weer terug naar de apotheek. Daar staat inmiddels een man te wachten. Hij zal ook wel terecht gewezen zijn, want beide vrouwen hameren driftig op hun computer en er staat niemand aan de balie.
Als ik zeven minuten gewacht heb wordt mijn nummertje zichtbaar op de lichtbak, ik mag komen.
Dan vertelt het kreng mij dat ze de medicijnen niet heeft en wel iets anders kan geven.
Ik moet daarvoor met mijn dochter bellen die niet aanneemt en ik besluit de medicijnen maar mee te nemen.
Eenmaal thuis blijken de medicijnen niet goed te zijn.
Dus behalve fatsoensnormen blijkt het mens ook geen verstand van medicijnen te hebben.