Selecteer een pagina

 

Met mijn zus Wil ga ik een dagje treinen.
Wij zijn beiden oud genoeg om gebruik te kunnen maken van de keuzedagen van de NS.
Ons doel is Zwolle en misschien nog naar Zutphen.
In Zwolle gaan we naar het VVV voor informatie en we besluiten een stadswandeling te maken.
Tijdens die wandeling ontdekken we een schattig juwelierswinkeltje met tweedehands spulletjes en dat moeten we even bekijken.
Eenmaal binnen ontdekt mijn zus twee medaillons, zoiets zoekt ze voor haar dochter.
Na verloop van tijd verschijnt er een oudere vrouw met een grijze pruik die scheef op haar hoofd staat. Ze heeft knalrode lippenstift op en haar kleding is niet bepaald van deze tijd.
Ze blijft in de deuropening staat en bekijkt ons misprijzend.
“ja? “zegt ze dan.
Mijn zus vraagt of ze nog meer keuze heeft in medaillons behalve de twee die in de vitrine liggen.
“Dan moet je precies zeggen wat je wil, want ik ga niet zoeken als ik niet weet waar ik naar zoeken moet, Ik heb geen zin in gezeik en ik heb het druk”, zegt ze.
Verbijsterd kijken we elkaar aan.
“U kunt toch laten zien wat u heeft ”zeg ik .
“ Nee “ zegt ze.
Voor mij reden om meteen de winkel uit te gaan, maar mijn zus wil toch nog even kijken.
Wil zoekt een foto op haar telefoon en laat het de vrouw zien.
Die reageert met:
“Ja zeg dat dan meteen dat zijn Markasiet steentjes.
“Ja dat is het, die naam kon ik mij niet meer herinneren ”zegt mijn zus.
De vrouw schiet een zijkamertje in en begint te zoeken. Dat gaat gepaard met gescheld en gekreun.
Af en toe gooit ze iets het kamertje uit wat dan achter de toonbank beland.
Dan komt ze terug met twee medaillons. Waarvan één precies is wat mijn zus zoekt.
De koop wordt gesloten en de vrouw gaat aan de slag. Ze weegt en meet het medaillon en schrijft alles op. Ondertussen schelt ze op iedereen: de politiek, de banken en de politie.
Ze is al twee keer beroofd zegt ze en niemand doet er iets aan.
Als mijn zus moet betalen wordt ze woest en zegt:
“Je kunt hier niet pinnen, ik vertrouw de banken niet. Ga maar ergens pinnen, ik accepteer alleen contant geld”.
Eenmaal buiten zeg ik:
“Wil je nog teruggaan? Dat wijf is gestoord”.
“Ja” zegt mijn zus, “dit is precies wat ik hebben wil, laat dat wijf maar kletsen”.
We gaan weer terug om het medaillon op te halen en contant te betalen.

Voor ons de blijft vraag niet òf maar wanneer ze weer beroofd zal worden!!