Selecteer een pagina

Zondagochtend, ik zit heerlijk te ontbijten en geniet van  mijn  krantje.
De telefoon gaat: mijn kleindochter. Ze struikelt haast over haar woorden en ik versta er niets van.
“Nu nog een keer maar dan wat langzamer” zeg ik “want ik versta er niets van”.
Ze begint opnieuw: “oma heb jij van die grote zwarte schijven”?
Grote zwarte schijven, ik heb geen idee wat ze bedoelt.
“Die wil ik in mijn kamer ophangen, zwarte schijven waar vroeger muziek uit kwam”, zegt ze.
Het begint mij te dagen.
“Oh platen bedoel je”? Het blijft stil
Ik associeer platen met grammofoonplaten, zij zal ongetwijfeld bij het woord platen een andere voorstelling hebben.
“Je bedoelt grammofoonplaten die je op een platenspeler kunt afdraaien”?
“ Ja “roept ze blij ”dat bedoel ik. “ En heb je ook cd’s”?  Dat woord kent ze natuurlijk wel.
“Ja, die heb ik ook “ zeg ik
“ Mag ik er wat van hebben, ik wil ze in mijn kamer ophangen”? vraagt ze.
Ik zoek een paar grammofoon platen voor haar uit die ik toch al niet zo leuk vond en een paar cd’s.
Ik heb geen platenspeler meer, dus kan ze toch niet draaien. Maar de platen weg doen dat kan ik niet.
Een paar dagen later ga ik kijken wat ze ermee gedaan heeft.
Ze heeft er iets moois van gemaakt.
De grammofoon platen en de glimmende cd’s door elkaar met afwisselend mooi gekleurde affiches die ze van internet heeft afgehaald en afgedrukt.
Zeer creatief mijn kleindochter.

Een week later belt ze weer:
“oma ik wil graag nog een extra gaatje in mijn oor,wil jij met mij meegaan”?
“Ja hoor, dat wil ik wel” zeg ik.
Daar gaan we, op zaterdagmiddag naar de juwelier.
Opeens krijg ik een gek idee.
“Zal ik ook een extra gaatje in mijn oor laten zetten”? vraag ik.
Enthousiast knikt ze van “ja”.
Even later lopen we weer buiten, met elk  dezelfde oorbelletjes van chirurgisch staal in onze oren.

Mijn kleindochter altijd “in “voor iets leuks.