Selecteer een pagina

Als ik aan kom lopen zie ik hem zitten. Hij zit er verloren bij en staart voor zich uit, zijn hand op de rollator naast zich. Als ik doorloop krijg ik het gevoel dat er iets mis is en ik loop terug.
Hij zit op een bankje buiten bij restaurant “Mano Bowls” in de Aarhof.
“ Gaat het goed met u ”? vraag ik .
Hij antwoord niet en kijkt me wat wezenloos aan.
“ Heeft u hulp nodig ”? vraag ik dan.
Nog antwoord hij niet en ik dring aan,
 “ Gaat het meneer ”?
Dan kijkt hij me recht aan en vraagt dan:
“ Gaat u die kant op “? En hij wijst naar achteren, richting de brug.
“Ja die kant ga ik op ” zeg ik.
“ Mag ik dan een stukje met u meelopen ”? vraagt hij.
Natuurlijk mag dat. Hij hijst zich met veel moeite overeind en dan lopen we samen langzaam de van Mandersloostraat in.
Op de hoek van de straat staat een bankje en daar aangekomen vraagt hij:
“ Zullen we daar even gaan zitten ”?
We gaan zitten en we hebben een gezellig gesprek over onze kinderen en kleinkinderen.
Hij vertelt dat hij “daar “woont, hij wijst rechtuit,  maar weet de naam van de instelling niet meer.
Als er een mevrouw voorbij komt die hem groet, vraagt hij aan haar de naam van de instelling.
“ Amadeus “zegt ze. Mij niet bekend, maar hij weet de weg.
We gaan verder en weer moet hij veel moeite doen om overeind te komen.
Zo schuifelen we voetje voor voetje verder.
Halverwege de straat komt ons een oudere dame tegemoet.
“ Oh kijk dat is een medebewoonster ”zegt hij.
De vrouw komt op hem af, gaat pal voor mijn neus staan, kust hem vol op de mond en zegt bestraffend:
“Waar zat je nou Kees, ik loop je overal te zoeken”.
Kees stelt mij voor en vertelt dat we een stukje samen hebben opgelopen en  gepraat.
Maar de vrouw keurt mij geen blik waardig, ze pakt hem bij de arm en sleurt hem mee.
Hij kan mij nog net een hand toesteken en bedanken en dan is hij weg.
Verbijsterd blijf ik achter en denk,
“ Zo oud en dan toch nog jaloers ”

Ach hoe ouder hoe gekker.