We wonen nu al een paar maanden in het oude huis in Paramaribo.
Als ik binnenkom na te zijn weggeweest, ruik ik het huis.
Het ruikt naar oud hout, schoonmaakmiddelen en kruiden. Het ruikt niet lekker, maar je went eraan.
We zijn veel buiten, in de tropen dient een huis niet zoals bij ons om het gezellig te maken, maar een plek om te slapen.
En juist dat is nou waar ik zo tegen op zie.
Nog steeds boezemt dat “geesten “verhaal van mijn man me angst in.
Ik hoor ’s nachts voetstappen op de gang, ik hoor de deur van de eerste kamer zacht krakend open gaan. Kranen gaan zomaar lopen en soms brandt er ergens licht dat ik echt uit heb gedaan toen we naar bed gingen.
Mijn oudste zoon slaapwandelt en ik ben er zeer alert op om hem weer zijn kamer in te sturen als ik hem hoor wandelen.
Maar niet altijd ben ik op tijd. Ik lig in bed en luister.
Ik hoor geluiden maar weet niet waar het vandaan komt.
Ik ga mijn bed uit en gluur om de deur en ja de deur van Michels kamer staat open.
Hij is dus aan het wandelen. Zachtjes roep ik hem: geen antwoord.
Mijn hart bonst in mijn keel ik durf de gang niet op, maar ergens daar is mijn kind.
Ik roep nu iets harder: niets. Dan stap ik toch de gang op, ik passeer de enge “ kamer,“ er gebeurt niets.
Als ik bij de trap aankom zie ik de deur naar beneden openstaan. Hij is dus naar beneden gegaan.
Bovenaan de trap roep ik weer zijn naam, weer niets. Ik heb kippenvel over mijn hele lichaam.
Ik doe een paar passen de trap af en roep nu luid zijn naam, weer niets.
Ik raak in paniek en doe weer een paar passen de trap af en roep nu heel hard: Michel!!
Plots hoor ik een bons en een ijselijke gil en in paniek gil ik ook heel hard.
Mijn zoon komt aanrennen en stort zich in mijn armen. We huilen allebei.
Ik neem hem mee naar boven en blijf bij hem totdat hij slaapt.
Dan moet ik door de gang weer terug mijn eigen bed in.
Mijn dierbare echtgenoot slaapt als een roos en heeft niets van ons avontuur gemerkt.
Hij is ook niet onder indruk en als ik het hem de volgende morgen vertel, haalt alleen zijn schouders op.
Voor mij is duidelijk dat ik hier weg wil en wel zo snel mogelijk.
Het lot is mij gunstig gezind, vrij snel krijgt mijn man van de overheid een overplaatsing aangeboden naar Moengo.
Goddank we gaan verhuizen.
Recente reacties